1997 Gand

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kleine wedstrijd aan de ingang van Gent....:

 

Een huis van architecten....:

Ontmoetingsplaatsen, informatiepunten, bibliotheek,

accommodatie voor onderzoekers....

Administratie....Parkeren....

 

*

Maar eerst een kleine verwittiging:

 

De volgende tekst is een vertaling van de Franse tekst.

De Franse tekst is even eenvoudig maar gebruikt preciezere termen die soms moeilijk in het Nederlands of Engels te vertalen zijn.

Deze vertalingen gaan ook over de overgang van de ene cultuur naar de andere.

Reëel-Imaginaire-Symbolisch zijn termen die gebruikt worden in bepaalde grote filosofische of psychoanalytische denkkringen.

‘Stance’, ‘distance’, ‘dis-stances’  worden vertaald door stanza af-stanza (afstand) en zijn essentiële termen in het denken over architectuur op deze site.

enz...

Als de lezer Frans kent, raden wij hem/haar aan ook de originele Franse versie te lezen.

Dank daarvoor.

Wij raden ook aan bij bepaalde onderstreepte termen de uitleg ervan te lezen door op het woord te klikken.

 

 

*

 

Inleiding tot de denkwijze van het project.

 

Het is duidelijk,

vanuit de eerste "ideogram" tekening, dat,

eens de functionele verdeling georganiseerd is,

de architectuur in-gesteld is

door een precieze wet van aggregatie van haar vorm.

 

En dat deze wet,

die een veelvoud is,

strikt geometrisch is.

 

*

 

Enkele essentiële punten van de geometrie:

- Het loskoppelen van het Reële door de inaugurele streep.

- De in-stelling van een maat.

- De repetitie.

- De doorvaart naar de andere.

- De Geometrische terugtrekking.

- De beperkte actie van de geometrie.

- Geometrie noch Reëel, noch Imaginair, noch Symbolisch.

- De inaugurele uitgang van ons eerste ‘niets’.

- Veelheid van geometrie en pertinentie van een geometrie.

 

 

*

 

Geometrie.

 

Voor de eerste tekeningen

kunnen we wel zien,

in dit project,

dat er geen kwestie was van

een goed verpakt arrangement van functies.

 

In de eerste tekening

zien we alleen een witte achtergrond,

een soort Reële

waar a priori geen betekenis kan gevonden worden.

 

Een witte achtergrond -Reëel-

waarop een paar lijnen getrokken zijn

die zich houden.

 

Een paar lijnen die zich houden

door herhaling,

door variaties van deze repetities,

en door nabijheden.

 

Geen enkel element van deze tekeningen is ‘alleenstaand’

Het is geen "opeenhoping" van elementen.

Het is een "set" van elementen.

 

En deze set is niet inconsistent.

Elk van zijn elementen houdt zichzelf

op zichzelf en samen met de anderen.

 

De overgang van een element naar het andere

wordt altijd gedaan

door een eenvoudige wet

van repetitie

of gespannen nabijheid.

 

Tot het punt dat wat

de enige gedachte-thematiek in deze tekeningen lijkt

dit primitieve idee van houding is.

Bij elkaar ‘houden'.

 

Primitieve en inaugurele idee van ‘houding’

juist uit het Reële nog niet Realiteit.

Reëel waar nog niets zich houdt.

 

Primitief en inaugurele idee van "houding".

Zonder meer.

 

Daar is de geometrie…:

Primitief idee van houding.... zonder meer.

 

Daar is de geometrie…:

Aan een stap van het Reële,

een inaugurele idee die ‘ontdaan’ is.

Een idee van houding

ontdaan van wat het houdt.

Het idee.... ‘puur'.

Of ...het idee van het idee....

 

 

*

 

Noodzakelijk inaugurele 'puur idee’...

 

Noodzakelijk inaugurele 'puur idee’

voor de anthroop die,

aan het begin van zijn aanvang,

op zichzelf nog niet bestaat.

 

Pure inaugurele idee nodig

voor de anthroop die,

aan het begin van zijn aanvang,

nog maar net ‘stanza’ is.

Helemaal open,

leeg en zonder maat

d.w.z. bijna ‘niets’.

 

Noodzakelijk inaugurele 'puur idee’

voor de anthroop,

die aan het begin van zijn aanvang,

in onbegrijpelijke afstand (‘af-stanza’) is van het Reële,

waar hij zichzelf niet eens kan vinden.

 

Noodzakelijk inaugurele 'puur idee’

voor de anthroop die,

aan het begin van zijn aanvang

op een onbekende afstand (‘af-stanza’) van het Reële,

vindt

dat wat hij voelt,

in "onvolledigheid",

betekenis mist

en alleen zin neemt met het idee.

 

Noodzakelijk inaugurele 'puur idee’

voor de anthroop

zodat hij zin kan geven

en aan deze zin een houding kan geven

wel in bevragende affirmatie

en in ‘in-finitie’.

 

*

 

Voor de anthroop,

op afstand van het Reële,

is het een kwestie van breken met het Reële

waar niets zichzelf houdt,

waar niets op zichzelf kan.

 

Van het Reële moet hij zich losrukken

om een aanvang te beginnen.

 

Van het Reële,

is het

voor de anthroop,

een kwestie van

te slagen in

"zich te houden".

op af-stand  (‘af-stanza’)

en dan aanvangen.

 

Van het Reële,

is het

voor de anthroop,

een kwestie van

te slagen in

'zich te vinden’

in zichzelf,

in stanza

op af-stand (af-stanza).

 

‘Af-stanza’ bevat dus

het "zich houden" en het "zich vinden”

die nodig zijn om te kunnen aanvangen.

En die dus voorafgaan aan

elke vorm, elke gedachte, elk begrip,

elke categorie, elk concept, elk oordeel....

 

‘Af-stanza’,

is dus

een essentieel en inaugureel woord van de antropologie,

een essentieel woord van de architectuur,

en essentieel onderdeel van de geometrie.

 

En dat losrukken van het Reële

vangt altijd aan

in de in-stelling van de houding van het antropisch denken

bij de gratie van geometrie,

volledig af-stanza.

 

(We kennen geen andere...

De Jomon vazen in Japan van 11.000 jaar geleden.

Stonehenge... Carnac van 6000 jaar geleden.

De eerste Griekse vazen....

We tonen hieronder de Gneis-kiezel van 24.000 jaar geleden

 

 

*

 

Het losrukken van het Reële

begint altijd

bij de gratie van geometrie.

Die aanvangt.

Dat wil zeggen, "die een aanvang is".

 

Aan het begin van de aanvang,

in het Niets,

een streep,

die kan doen geloven

aan een kleine 'één'.

aan een kleine houding...

 

Image 2

Kiezel van gneiss gegraveerd

met schuine en loodrechte strepen

(Laugerie-Basse schuilplaats, Les Eyzies-de-Tayac, Dordogne).

Protomagdalenische periode (ongeveer -22.000 tot -20.000 jaar)

Nationaal Museum van de Prehistorie.

 

In het Niets

een streep,

dat wil zeggen, een zin

zonder betekenis.

 

De streep kan aandringen op de zin,

en een oneindige lijn worden.

 

Of,

in deze richting,

kan de streep zich herhalen,

en een maat worden.

 

De streep kan zich herhalen

en de begrippen

van "doorgang naar de ander”

en houding van het ‘in between’

betekenen.

 

Dingen,

-'doorgang naar de ander',

en houding van het ‘in between’-

die zich niet houden

noch in het Niets

noch in het Reële.

 

Dingen

-'doorgang naar de ander',

en houding van het ‘in between’-

die oprichting zijn

van de notie "houding”

op af-stand (af-stanza) van het Reële.

 

Dingen

dus die oprichting zijn van

waardigheid (dignitas),

die ‘houding’ is

aan de rand van het Reële.

 

Alle dingen dus

onmisbaar om aan te vangen.

 

Dat wil zeggen

om aan te vangen

met de zin voordat het zinvol is.

Dan met de zin die zinvol wordt.

 

Hoe wordt de zin zinvol?

 

Het is als zou men de zin stoppen door aarding

zoals de 'getraceerde' streep,

als een gravure,

operatie van aarding,

na een onzekere mentale navigatie,

in een richting die het lijkt aan te geven

maar die ook een mogelijke plaats maakt,

zelfs tijdelijk.

Of on-eindige plaats maakt

die een toekomst opent

van houding en maat.

 

Daardoor maakt zich architectuur

die een notie "houding" in-stelt,

door niet verder te gaan dan geometrie.

 

Dit is duidelijk te zien...

in de eerste ideogramtekening:

het raster bestaat uit strepen

van een reeds ervaren geometrie...

20.000 jaar na de Gneis-kiezel hierboven.

 

Deze geometrie vangt aan

met de groeven van de streepgravure

wordend,

door continuïteit en herhaling,

geordende lijnen

en coördinatenlijnen.

 

Coördinatenlijnen.

waarvan de primitieve kruising

het volgende bepalen:

 

- een eerste punt,

  punt van uitgang van het Reële,

  die een uitgangspunt kan worden,

  een soort spreuk uitspreekt.

  Dat wil zeggen zin... zonder betekenis nog...

 

- een onderscheid-indruk van het teken van de gedemultipliceerde "één", 

  Dat wil zeggen: een orde, of maat geven.

  Dat wil zeggen: herhaling,

  Dat wil zeggen: de ‘houding’ van de doorgang naar de ander

  waar dan ook hij zich vindt.

 

Dat allemaal staat dan

de positie en de dis-positie

van de ‘ene en de andere’...

toe

en opnieuw de doorgang tussen hen

zodat ze zich kunnen vinden.

 

Het is dus een kwestie van

het mogelijke tot het onmogelijke

geven.

 

Een mogelijkheid van Realiteit

geven

buiten het Reële waar niets zich kan houden,

buiten het Reële, waar niets kan staan.

 

Om de mogelijkheid van ‘stanza’ te geven.

op af-stanza van het Reële

die zonder houding is.

 

Dit alles zonder enige betekenis

of

voorafgaand aan elke Realiteit....

maar die een Realiteit toestaat.

 

Dit is de geometrische terugtrekking

of de beperkte actie van de geometrie.

Ze is het beeld van niets.

en fixeert niets.

Ze is dus niet Symbolisch

Ze is alleen,

zoals gezegd,

een "orde",

woord dat komt van het Latijnse "ordiri”,

"beginnen te weven".

 

Geometrie is alleen,

als de aanvang van een weefwerk,

de onderliggende structuur van het weefsel

waar we

de betekenis,

die we voelen vanuit ons eerste Niets,

kunnen aarden.

 

Het Niets,

die door de orde,

de eerste Leegte geworden is,

arkhe-leegte

onder-gehouden door

arkhe-tectuur

onderliggende structuur

in al zijn mogelijkheden voor de ontvangst

van het infinitesimale tot het oneindige.

 

*

 

Laten we dit niet vergeten…:

de anthroop,

bij zijn geboorte...

op het moment dat het uit het lichaam van een anthrope komt,

is een soort Niets met een lichaam.

 

Hij moet zichzelf vinden.

En dit zal gebeuren door de kruising van de anderen....

zodra de overgang van het Niets naar de Leegte in-gesteld wordt

waar hij

de kruising van de anderen wordt.

Kruising die een soort van onbewust is

waarvan hij het onderwerp is.

 

En voor deze overgang van het Niets naar de Leegte

is architectuur onmisbaar...

in de aanvang...

 

In de Anthroop,

voor deze overgang van Niets naar Leegte,

is

de notie van ‘houding’

noodzakelijk.

 

En

is

de notie van overgang naar de andere,

en de houding van deze passage

noodzakelijk

En

is

het begrip ‘in between’

en de houding van dit ‘in between’,

noodzakelijk.

 

Zonder de houding

stort de anthroop in,

in het Niets.

Dit is de labiliteit van het "subject".

 

*

 

Lacan zei

“De primitieve architectuur kan worden gedefinieerd

als

iets georganiseerd rondom een leegte".

 

Rondom een Leegte

en niet

rond een ‘Niets’.

 

Dit is niet niks,

de overgang van het Niets naar de Leegte.

 

Het Niets biedt geen mogelijkheid

omdat het niets kan bevatten.

Niets kan daar gehouden worden

omdat, in het Niets

er geen ruimte is

en alles wat daar gezet kan worden zou nergens zijn.

 

Wat, 

integendeel,

een Leegte maakt,

dat wil zeggen

het ‘mogelijke maakt,

is dat de Leegte een omgeving van materie heeft.

‘Materie', in de Griekse betekenis van het woord,

dat "dat wat mogelijk maakt"

betekent.

 

Dit is de architectuur,

gemaakt van de dispositie van materie rond een Leegte...

waar het mogelijke gebeurt.

 

En dit is wat we zien

iets explicieter

in dit project:

 

Een achtergrondgeometrie

dat op het Niets, of op het Reële,

een leegte die het ‘mogelijke maakt

produceert

bij de gratie van

de materie

die daar wordt rond gelegd....

door geometrie.

 

 

*

 

Wij merken dan op dat

er niet 'DE' geometrie is.

Er zijn 'DE' geometrieën...

Ze zijn niet allemaal specifiek voor architectuur.

 

Alle geometrieën

maken een leegte voorzien van een of meer wetten...

Wetten van overgang van het ene element naar het andere.

 

En "een Leegte voorzien van een wet" is een "ruimte".

En een ruimte die werkt is een "plaats".

 

Deze ruimte en plaats zijn niet automatisch architecturaal.

Het kan een wiskundige ruimte en plaats zijn.

Het kan een literaire ruimte en plaats zijn.

Het kan een fysieke ruimte en plaats zijn.

enz...

 

Maar als de werking van deze ruimte

precies

de beperkte actie

hierboven beschreven

is,

dan is deze ruimte

een architectonische ruimte

die eenvoudigweg

de aanvang van de anthroop

mogelijk maakt

door het in-stellen van deze aanvang

door een inaugurele houding.

 

En de kennis van deze architecturale ruimte

is een architectonische topo-logie.

 

*

 

Er is dan

de kwestie van de ‘pertinentie’

van de gekozen geometrie

d.w.z.

de kwestie van de ‘pertinentie’

van de gekozen architectuur.

 

De architectuur die we verdedigen

is er voor de ‘goede’ aanvang van het subject,

dat wil zeggen

is er voor het ‘wel’ Zijn (niet het welzijn) van het subject.

‘Zijn’… die de aanvang van het subject is.

 

Het denken, zowel filosofisch als wetenschappelijk

heeft aanvaard dat de anthroop "subject" is.

 

En er is een geschiedenis van het denken over het "subject".

Een geschiedenis van de ‘goede’ aanvang van het ‘Zijn’ van het subject.

Een geschiedenis van dit "goede" van het ‘wel’ Zijn van het subject.

Een geschiedenis van de architectuur voor dit ‘wel’ Zijn van het subject.

 

Het denken, zowel filosofisch als wetenschappelijk,

heeft aanvaard dat de anthroop "subject" is.

 

En er is een geschiedenis van het denken over het "subject".

 

Sinds Schopenhauer, dan Freud, dan Lacan, dan Badiou...

is het geaccepteerd dat

de anthroop "subject" is,

die a priori niet bestaat

en die niet centraal aan zichzelf is.

Is het geaccepteerd dat

de anthroop een 'subject' is

onderworpen of onderwerp

van de kruising van het andere welke we hierboven noemden.

Dat deze kruising van anderen zijn "Zijn" is.

 

Dan…

Een onderscheid is altijd belangrijk voor ons geweest:

Het "eindige gesloten" en het "oneindige open".

 

Het "eindige gesloten" is

dat wat voorafgaat aan

Schopenhauer, Freud, Lacan, Badiou...

Het "eindige gesloten" is het humanisme.

Het "eindige gesloten" is een antropische claim van toereikendheid.

Het "eindige gesloten" is de ‘Mens’…

waarvan men geloofd heeft

dat hij a priori ‘in se’ bestond

en dat hij centraal aan zichzelf was…

Dit bleek echter niet waar te zijn…!!!

 

Het "oneindige open" is

dat wat komt met

Schopenhauer, Freud, Lacan, Badiou...

Het "oneindige open" is geen humanisme.

Het "oneindige open" zegt de antropische werkelijkheid en haar ontoereikendheid.

Het "oneindige open" zegt het ‘subject’,

niet bestaande ‘in se’ a priori,

niet centraal aan zichzelf,

zoveel onderworpen aan zijn onbewuste

als subject of onderwerp  dat ‘capabel’ wordt.

 

Geïnspireerd door Alain Badiou

stellen we dus

het onderscheid tussen

het "eindige gesloten" en het "oneindig open".

 

Het "eindige gesloten" is datgene wat wordt uitgebreid

in oppositie tussen binnen en buiten,

in oppositie tussen eindig en oneindig,

in oppositie tussen gelaat en diepte.

Zoals de Mens… centraal aan zichzelf.

Zoals de architectuur van het Humanisme van de Renaissance.

 

 

Het "oneindige open", of on-eindige, is dat wat zich uitstrekt

in non-oppositie tussen binnen en buiten,

in non-oppositie tussen eindig en oneindig,

in non-oppositie tussen gelaat en diepte.

Zoals de anthroop-subject

kruising van de anderen,

niet  bestaande a priori ‘in se’.

en niet centraal aan zichzelf,

 

Al onze projecten,

inclusief deze,

neigen naar deze tweede positie.

We kunnen dat wel zien...

 

Er is geen essentiële plaats die afgesloten is.

Geen van de elementen van deze architectuur

raken elkaar aan.

Ze zijn gedisponeerd en niet gecomponeerd.

Er is altijd een leegte die uit het oneindige komt...

die tussen deze elementen circuleert.

 

Men moet maar zien...

Coördinaten.

Rechte lijnen

Rechte lijnen die gebogen worden.

Lijnen die eindigen in punten.

Obliciteit naar de andere.

Obliciteit die van de ander komt.

 

We zullen zelfs een curve zien

die schuin aankomt

en zichzelf samen stelt

in een naburige houding.

 

De materialen

-wat het ‘mogelijke’ maakt...

komen samen

om zich samen te houden,

in goede dis-positie

zonder meer,

zijn de architectonische aanvang.